Het handelsrecht in de praktijk
- Antoine Leroux
- mrt, 27, 2018
- handelsrecht
- Reacties uitgeschakeld voor Het handelsrecht in de praktijk
Wanneer is een bestuurder hoofdelijk aansprakelijk voor een schuld?
In het handelsverkeer tussen verschillende rechtspersonen, dienen de verplichtingen door de rechtspersoon zelf te worden nagekomen. De bestuurder die de verplichtingen voor of namens de rechtspersoon is aangegaan blijft in beginsel buiten schot. Dat wordt anders indien de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt en een schuldeiser niet (volledig) door de rechtspersoon wordt betaald.
Indien de bestuurder namens de rechtspersoon een verbintenis is aangegaan en de vordering van de schuldeiser onbetaald blijft en onverhaalbaar blijkt, kan persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder worden aangenomen. Dit is het geval indien de bestuurder bij het namens de rechtspersoon aangaan van verbintenissen wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de rechtspersoon niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden. In de kern houdt deze maatstaf de eis in dat de bestuurder bij het aangaan van de verbintenis wist of behoorde te begrijpen dat de schuldeiser van de rechtspersoon als gevolg van zijn handelen schade zou lijden. De bestuurder kan er nog mee weg komen indien hij omstandigheden kan aanvoeren op grond waarvan de conclusie gerechtvaardigd is dat hem ter zake van de benadeling geen persoonlijk verwijt gemaakt kan worden. In de rechtspraak wordt dit ook wel de “Beklamel-norm” genoemd. Dit is een verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad waarin dit al eerder werd uitgemaakt.
Afgelopen maand heeft het Gerechtshof Amsterdam een interessant arrest gewezen waarin de toetsing aan deze norm nog eens duidelijk uiteen werd gezet //deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHAMS:2018:699. De casus betrof een bestuurder van een stichting die een festival had georganiseerd. Het ingehuurde bedrijf dat het geluid en het licht zou verzorgen bleef met een (deels) onbetaalde factuur zitten. Uiteindelijk bekrachtigde het Gerechtshof in hoger beroep het vonnis van de kantonrechter. Naast een veroordeling tot betaling van de nog openstaande schuld door de stichting kon ook de bestuurder van de stichting in privé met succes worden aangesproken.
Meer weten over bestuurdersaansprakelijkheid bij het niet voldoen van een schuld? Neem dan contact met ons op.
Search:
Categories
Archives
- augustus 2025
- juli 2025
- mei 2024
- januari 2024
- maart 2023
- november 2022
- juni 2022
- april 2022
- december 2021
- juli 2021
- maart 2021
- december 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- april 2020
- maart 2020
- februari 2020
- januari 2020
- december 2019
- november 2019
- oktober 2019
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- februari 2019
- januari 2019
- december 2018
- november 2018
- oktober 2018
- september 2018
- augustus 2018
- juli 2018
- juni 2018
- mei 2018
- april 2018
- maart 2018
- februari 2018
- januari 2018
- december 2017
- november 2017
- oktober 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- maart 2017