Het handelsrecht in de praktijk

Het handelsrecht in de praktijk

Wettelijke handelsrente naar 12,5%

Sinds 1 januari 2024 is de wettelijke handelsrente verhoogd naar 12,5%. Dit is de rente voor handelstransacties die bedrijven in rekening mogen brengen bij andere bedrijven (B2B) voor situaties waarin men te laat is met het betalen van een opeisbare geldsom (bijv. een openstaande factuur of schuld).

Het is een soort ‘boete’ die de schuldenaar moet betalen aan de schuldeiser om het te laat betalen te compenseren. Men zou dus ook kunnen spreken van vertragingsschade. De wettelijke basis is hiervoor te vinden in artikel 119a van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

In de Europese Unie is deze wettelijke handelsrente gebaseerd op de basisrentevoet van de Europese Centrale Bank (ECB), verhoogd met een vast percentage (welke elk half jaar wordt vastgesteld en bestaat uit de marginale toewijzingsrente die de ECB heeft toegepast op de meest recente basis-herfinancieringstransactie die heeft plaatsgevonden vóór 1 januari dan wel vóór 1 juli van elk jaar, vermeerderd met -thans- 8 procentpunt). De basisrentevoet schoot vorig jaar na een lange periode van ongekend lage rentes explosief omhoog met als doel de inflatie (verder) te beteugelen. Het is als ondernemer dus raadzaam hier extra op te letten wanneer er geschillen ontstaan over facturen die al langer open staan. Te lang wachten met betalen gaat dus ook meer kosten.  

Er is ook een rentevoet, welke van toepassing is op consumenten (B2C), de zgn. wettelijke rente. Deze is sinds 1 januari 2024 ook verhoogd naar maar liefst 7%.

Wilt u meer weten over hoe u als ondernemer de wettelijke (handels)rente in rekening mag brengen, neem dan contact op met Leroux Advocatuur

Comments are closed.